Gereformeerde identiteit: uit de tijd? (3)

Gereformeerde identiteit: waar staan we nu, en wat kunnen we ermee? Uit mijn verhaal tot nu toe kun je opmaken dat ik ‘gereformeerd’ zie als aanduiding van een flexibele traditie. Daarin spelen een aantal constante overtuigingen en inzichten een rol, die in telkens nieuwe contexten kunnen worden ingezet. We zijn begonnen bij de gereformeerde confessies uit de 16e eeuw. Dat zijn oude documenten waarin je nog steeds de hoofdpunten van je eigen geloof kunt herkennen, en die dus een vruchtbare basis vormen om over ‘gereformeerde identiteit vandaag’ na te denken. We hebben iets gezien van hoe dit gereformeerde gedachtegoed zich over verschillende sporen ontwikkeld heeft, in wisselwerking met de grote maatschappelijke en culturele ontwikkelingen van de laatste 400 jaar.

Voor dit laatste onderdeel stel ik voor om over een soort ‘gereformeerd DNA’ te spreken. Het biologische DNA kun je aanduiden met de vier letters ATGC (vraag me niet waar die voor staan). DNAUit de combinaties van deze vier letters ontwikkelt zich alle leven, en elk organisme is aan het specifieke DNA te herkennen. Zoiets zie ik ook bij de ‘gereformeerde identiteit’. Die is niet precies te fixeren in een rijtje leerstellingen, want daarover kan tot ver achter de komma gestreden worden, en zo heel af en toe sneuvelt er ook een gereformeerd leerstuk. Ook geloof ik er niet zo in dat ‘gereformeerd’ te herleiden is tot precies één motief – bijvoorbeeld de nadruk bij Calvijn op de ‘eer van God’ of het ‘reformatorisch grondmotief van schepping – zondeval – verlossing – vernieuwing’. Eerder is er sprake van een aantal met elkaar samenhangende coördinaten die samen richting geven aan het denken en handelen van gereformeerde gelovigen. Een soort DNA-profiel.

Wat is nou eigen aan gereformeerd-zijn? Ik begin op een punt dat misschien wat vreemd lijkt: Gereformeerden zingen Psalmen, en dat zegt veel over hun spiritualiteit. De Psalmen zetten hoog in: ze zingen de lof van Israëls God, en willen daar alle volken op aarde in meenemen. Met de Psalmen ga je door de diepte van aanvechting, twijfel, vijandschap, klacht en wanhoop. In de Psalmen leer je heel concreet de weg van het leven te gaan, als rechtvaardige temidden van goddelozen – en die goddeloze zit evengoed in je eigen hart, daar bid en zing je tegen jezelf in. Psalmen geven je een brede blik voor al Gods wonderen, zijn grote daden in de bevrijding van Israël uit Egypte, zijn aanhoudende zorg voor al zijn schepselen van groot tot klein (de jonge raven uit Psalm 147), de verrassende omkering van verhouding als blijkt dat je voor God niet groot en machtig hoeft te zijn maar dat zijn oog is op de nederigen van hart; het speelse gemak waarmee God het grote zeemonster Leviathan naar zijn hand zet. Zo kun je nog even doorgaan. Een christendom dat Psalmen zingt, staat met het hele leven voor God, en ziet God bezig in het hele leven.

Een goede collega van mij zag in dat “hele leven” het kenmerkende van gereformeerd geloven. Hij zette het in een aantal richtingen zo neer:

  • gereformeerden geloven in de hele God, God de Drie-enige; dus niet alleen in de Vader-Schepper, maar ook in de Zoon-Verlosser en in de Geest-Vernieuwer;
  • zij richten zich op de hele wereld omdat ze die beleven als de wereld van God; ze trekken zich niet terug in hun eigen veilige hoekje, en ze maken geen scheiding tussen een ‘bovenwereld’ van God en een ‘onderwereld’ van materie en kwaad;
  • bij gereformeerd geloven gaat het om de hele mens, niet slechts om één provincie van het menszijn, of dat nu de ratio is of de emotie of het praktisch handelen
  • gereformeerden willen zich houden aan heel de Schrift – inclusief het Oude Testament – en maken in hermeneutiek en bijbelse theologie veel werk van de verbanden in dat geheel van de bijbel
  • gereformeerden hebben oog voor het geheel van de kerk; ook al gaan ze in tal van denominaties uiteen, er blijft altijd een oecumenische hang naar het katholieke.

Mijn stelling is dat in deze vijf accenten het eigene van gereformeerd geloven zit, een soort DNA dat in dit geval uit vijf letters bestaat: GWMSK. God – Wereld – Mens – Schrift – Kerk. En dus steeds gericht op het grote geheel, op de breedte van de geloofswerkelijkheid die je recht wilt doen.

Het mooie van deze DNA-kenmerken is dat ze een setje oriëntatiepunten vormen waarmee je open maar beslist de wereld in kunt. Ik heb me dat afgevraagd met het oog op jullie als studenten: je bevindt je nu bij uitstek in een fase waarin je de wereld onderzoekt en tegen allerlei vragen aanloopt – hoe neem je daarin je gereformeerde geloof mee, en hoe helpt dat gereformeerde geloof je bij het vormen van een visie en een houding in het leven? Een meta-discussie over de verhouding van geloof en wetenschap is wat mij betreft niet de meest vruchtbare manier om daar achter te komen. Liever geef ik een paar concrete voorbeelden om duidelijk te maken hoe je als gereformeerd christen met actuele thema’s kunt omgaan.

Het eerste voorbeeld is dat van genezing en gebed. In kerken van de gereformeerde gezindte wordt natuurlijk  vanouds gebeden om genezing van wie ziek zijn. Ook is er vaak intensief pastoraat aan het ziekbed. Toch verandert er de laatste 10, 15 jaar iets doordat vanuit een evangelische achtergrond een veel directere koppeling gelegd wordt tussen gebed en genezing van zieken. Langzamerhand zie je dat ook meer reformatorische kringen ruimte maken voor genezingsbediening en bevrijdingspastoraat. Zonder een eenduidig antwoord te forceren, noem ik een paar punten waarop het gereformeerde DNA geactiveerd kan worden.

  • Als eerste: wat mogen wij van God verwachten? Hij is de machtige Schepper, voor Hem is geen ding onmogelijk. Hij is ook de Zoon, die zich helemaal met ons menszijn één maakte, en ook ons lijden op zich nam. Hij is de Geest die hoop geeft op de nieuwe wereld en die met ons mee zucht wanneer verdriet en pijn ons de adem benemen.
  • De wereld: waar en hoe is Gods koninkrijk bezig zich baan te breken? Wat heeft het ons te zeggen dat heel de schepping zucht onder de vloek vanwege de zonde? Hoe spelen de biologische en psychologische gegevenheden mee in het duiden van lichamelijke en psychische ziekte? In hoeverre krijgen wij al voorschotjes op wat straks een compleet vernieuwde wereld zal zijn? Een gereformeerde levensovertuiging zal zich verzetten tegen een dualistische benadering waarbij het ‘geestelijke leven’ los komt te staan van het ‘natuurlijke leven’, en ‘genezing’ alleen maar in de categorie van het bovennatuurlijke wonder geplaatst wordt.
  • De verlossing door Christus omvat de hele mens, en in die zin kan de aandacht voor genezing een goede correctie zijn om een te smalle focus op alleen het zielenheil. Tegelijk doet voor een gereformeerd mens ook de medische zorg met dokters en verpleging volop mee in het verhaal van genezing, want God werkt niet altijd ‘buitenom’.
  • Hoe hanteren we bij dit onderwerp de bijbelse gegevens? Is het verantwoord om een opdracht die Jezus aan zijn eerste generatie leerlingen gaf 1 op 1 door te trekken naar een blijvende opdracht van ‘Genees de zieken!’? Of kan juist een gereformeerde benadering van de Bijbel waarin de heilshistorische ontwikkeling wordt meegenomen, helpen om zo’n fenomeen als gebedsgenezing op de juiste plek te zetten?
  • Wat doe je als een ‘genezingsbediening’ los komt te staan van een kerk waarin mensen met heel hun hebben en houden leren geloven? Hoe kun je juist als kerk een zorgzame en liefdevolle omgeving zijn waar mensen ziek mogen zijn, en ook – Goddank – worden genezen?

Als tweede voorbeeld noem ik de houding ten opzichte van structuren en instituten. Voor gereformeerden gaat het dan onder andere over de kerk, en je hoort vaak dat de jongere generaties niets meer heeft met ‘het instituut kerk’. kampvuurDit past in een bredere maatschappelijke trend waarbij mensen zich niet graag willen binden, maar alleen vanuit innerlijk commitment, vaak op projectbasis, ergens voor te porren zijn. Nu kleeft aan gereformeerde kerken wel een beetje het imago van een star en stoffig instituut met een autoritaire stijl van met elkaar omgaan. Toch is het de vraag of dit ‘goed gereformeerd’ is. Mijn collega Erik de Boer heeft in zijn inaugurele oratie de visie op de kerk in de Nederlandse Geloofsbelijdenis bestudeerd, en hij komt tot de conclusie dat die verrassend flexibel is. Je kunt aan alles merken dat de gereformeerde christenen die in de Nederlandse Geloofsbelijdenis aan het woord zijn, een zwervend bestaan leiden onder de vervolging van de roomse koning Filips II. Een vluchtelingenkerk, daarbij past geen zwaar opgetuigd instituut. Bovendien bestaat de Reformatie juist in het verzet tegen de oppermacht van de ambtsdragers, die de vrijheid van het persoonlijk geweten beknotten. Toch laat de gereformeerde confessie niet alles vallen wat met ambt, structuur, en instituut te maken heeft. De kerk is heel basaal de vergadering van ware gelovigen, die al hun heil in Jezus Christus zoeken. Vanuit die kern kun je flexibel alle kanten op in de vormgeving. En deze kern geeft tegelijk de principes waaraan de kerk altijd zal moeten voldoen. Wat nodig is om mensen bij Christus te brengen en ze bij Christus te bewaren, dat zul je in de vormgeving van de kerk moeten terugzien. Prediking, sacramenten, onderling toezicht: dat zijn de vaste waarden in welke kerkvorm ook. Een gereformeerde benadering helpt je, denk ik, om juist door fundamentele relativering vast te houden aan wat de kern is. Daar komt nog bij dat wie oog krijgt voor de kerk als vergadering van gelovigen die door Christus zelf bijeengebracht worden, zichzelf daar niet buiten kan houden, maar zich juist van harte aan dat geheel zal willen geven.

Het derde voorbeeld is het thema ‘vrije wil’. Vanuit de leer over de uitverkiezing zoals in de Dordtse Leerregels verwoord lijkt het duidelijk: een mens heeft niets in te brengen, alleen God bepaalt wat er van ons terechtkomt. Het interessante is dat, zeker de laatste decennia, het debat over ‘vrije wil’ breed gevoerd wordt, over de grenzen van allerlei vakwetenschappen heen. Is het neurologisch determinisme van ‘wij zijn ons brein’ een welkome steun voor het christelijk geloof dat God de loop van ons leven bepaalt, inclusief alle keuzes die wij denken te maken? CON_Swaab_14.inddMijn vermoeden is dat vanuit de gereformeerde traditie een heel open en genuanceerd antwoord kan worden gevonden. Inderdaad: God bepaalt de loop van ons leven, en er zijn zoveel factoren in de geschapen wereld die ons handelen sturen en inperken, dat het een illusie zou zijn om aan complete zelfbeschikking te denken. Tegelijk maakt de Bijbel duidelijk dat God mensen zó geschapen heeft, dat Hij ze verantwoordelijk kan stellen voor hun eigen daden. Gereformeerde theologie heeft, ook in de stevig-orthodoxe vorm van de Dordtse Leerregels, er aan vastgehouden dat dit niet alleen geldt voor de eerste mensen, Adam en Eva vóór de zondeval. Na die desastreuze eerste keuze kunnen wij feitelijk niet meer terug naar het goede dat wij verspeeld hebben. Maar dat betekent niet dat in zonde gevallen mensen geen wil meer hebben en niet meer kunnen kiezen. God blijft ons verantwoordelijk houden, ook in onze zondige daden: ook al kunnen wij feitelijk niet anders dan zondigen, toch is dat nog steeds iets dat wij met en door onze wil doen. En een stap verder: wanneer God genadig ingrijpt en ons door zijn Heilige Geest opnieuw geboren doet worden, dan wordt daarin juist onze wil aangepakt en de goede kant op gezet. “En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen; maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf. Daarom wordt terecht gezegd dat de mens zelf gelooft en zich bekeert door de genade, die hij ontvangen heeft.”(Voor wie zich afvraagt waar deze ketterij vandaan komt: Dordtse Leerregels III/IV, 12)

Is gereformeerde identiteit nog van deze tijd? Ik hoop dat ik in deze blogs materiaal heb gegeven om positief antwoord te geven op deze vraag. En belangrijker: om zelf aan de slag te gaan, en de vragen onder ogen te zien die op je af komen. Met een open blik omdat de wereld waarin wij leven de wereld is van onze goede God. Vanuit een groeiende verbondenheid aan onze Heer en Redder Jezus Christus. In vertrouwen op de Heilige Geest die ons leidt in de volle waarheid. Zo gereformeerd geloven heeft toekomst.

(Dit artikel, en de twee voorafgaande, zijn gebaseerd op een lezing die ik op 6 april 2017 hield voor de Groningse studentenverenigingen GSVG en Yir’at ‘Adonay.)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s