Eén in Gods hand

Afgelopen zondag, 18 juni, ging ik voor in de kerken (GKv) van Ommen-West en Ommen-Noord/Oost. De preek ging over de profetie uit Ezechiël 37:15-28, en dan speciaal de woorden van de HEER in vers 19d: “In mijn hand zullen ze één worden”.

Als woord van bemoediging en appèl geef ik de preek hier graag door:

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Er is een grapje over Nederlanders en geloof. Dat gaat zo: “Eén Nederlander, een geloof; twee Nederlanders, een kerk; drie Nederlanders, een kerkscheuring”. Best een wrang grapje, maar niet zo raar als je kijkt naar de kerkelijke kaart in Nederland. We zien een hele waaier aan kerken en kerkjes die zich allemaal ‘gereformeerd’ noemen. In de meeste dorpen en steden kun je ze in alle soorten en smaken vinden. Het lijkt wel alsof sinds de grote Reformatie van bijna 500 jaar geleden de rem er af is: telkens weer scheuringen en afsplitsingen. In onze eigen GKv hebben we dat de laatste 15 jaar al een keer of drie meegemaakt.

De profeet Ezechiël laat het heel aansprekend zien: twee stukken hout die van elkaar los zijn. Gods volk Israël ligt in tweeën. Hoe is het met de christenheid gesteld vandaag? De kerk in Nederland kun je misschien zelfs beter met een doosje lucifers vergelijken: allemaal kleine stukjes, versplinterd.

Wat betekent zoiets voor ons? Ik ken mensen die er onder lijden, maar het lijkt alsof dat er steeds minder worden. Doet het pijn als je op de fiets naar de kerk dorpsgenotentegenkomt die precies de andere kant op gaan, ook naar de kerk? Er zijn leden van onze kerk die een crisisgevoel hebben: door allerlei ontwikkelingen krijgen we zoveel verschil binnen de kerk, het is de vraag of we wel bij elkaar kunnen blijven. Dreigt er opnieuw een scheuring in de GKv? Anderen lijken wel onverschillig: als we maar één zijn in Christus, wat doet de rest er dan toe?

Lees verder

Ambt M/V: en nu?

Update 22 juni 2017:

Van het secretariaat van de Generale Synode ontving ik de complete tekst van de genomen besluiten over ‘M/V en ambt’. Daarbij werd aangetekend dat de besluiten nog niet volledig zijn. Enkele besluiten m.b.t. de ‘afhechting’ van dit onderwerp moeten nog worden genomen, en als ik het goed begrijp, wordt ook de ‘consistentie’ van de besluiten onderling nog eens bekeken. Een vervolgzitting staat voor 29 juni gepland.

Omdat de besluiten nu nog niet publiek gemaakt (kunnen) worden, zal ik – en de lezer – even moeten wachten met een inhoudelijke bespreking. Dat heeft wellicht iets onbevredigends, maar daar zullen we het nu mee moeten doen.


 

Op 15 en 16 juni besloot de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) om de ambten van diaken, ouderling, en predikant open te stellen voor vrouwen. Tijdens eerdere besprekingen tekende zich al een vrij ruime meerderheid af die de voorstellen uit het deputatenrapport “Samen dienen” steunde. In de besluitvormende fase passeerde eerst een aantal tegenvoorstellen, waaronder een van dr. Maarten van Loon, voorzitter van de synodecommissie die dit onderwerp voorbereidde. Maar dat ging de meerderheid van de afgevaardigden niet ver genoeg. Vandaar dat met ruim 20 voorstemmen de voorgestelde besluiten om het ambt van ouderling en predikant ook door vrouwen te laten vervullen werden aangenomen.

Het zat er met een zekere onvermijdelijkheid aan te komen dat deze wissel zou worden genomen. De ‘vrijgemaakte’ kerken staan in een zeer open verbinding met de cultuur, en dat maakte het waarschijnlijk dat in een volstrekt op gelijkwaardigheid ingerichte maatschappij deze dam een keer zou breken.

Misschien is de onderbouwing nog wel belangrijker dan de besluiten zelf. Daarin moet namelijk zichtbaar worden hoe de synode bij deze besluiten omgaat met bijbelse noties over ambten en over verantwoordelijkheden van mannen en vrouwen. Lees verder

Theologie aan de universiteit

Op 23 mei was ik te gast bij studenten van S.S.R.-N.U. aan de Oudegracht 32 in Utrecht voor een gespreksavond. De aanleiding voor dit gesprek was een vraag rond de vorming van de GTU (Gereformeerde Theologische Universiteit): moet die naar Utrecht komen? Wat kan dan de bredere betekenis zijn voor christelijke studenten?

In dit verhaal doe ik een paar stappen terug, om de vraag in een breder kader te plaatsen: Welke plek heeft de theologie aan de universiteit (gehad)? Hoe heeft zich dat in de afgelopen eeuwen ontwikkeld? Welke vragen zitten daaraan vast?

Het begint in de Middeleeuwen. Die periode (ca. 700 – 1500) is niet zo ‘duister’ als soms wel eens gedacht wordt. Vanaf ca. 1100 komt op diverse plaatsen in Europa de universiteit tot ontwikkeling, en dat is een van de belangrijkste cadeaus die de christelijke Middeleeuwen aan ons doorgegeven hebben. Letterlijk en basaal is de universiteit een universitas doctorum ac studiosorum: een werkgemeenschap van docenten en studenten. Dat is nog altijd de kern van de universiteit, en de beslissende voorwaarde voor haar rol als draagster van de cultuur. Lees verder