GTU – wat nu?

De klap kwam hard aan. Op 10 oktober wees de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken met duidelijke meerderheid het voorstel af om te komen tot een gezamenlijke Gereformeerde Theologische Universiteit. Persoonlijk zag ik dit al wel een tijdje aankomen, de signalen rond de TU Apeldoorn waren weinig hoopgevend. En toch, als het dan zover komt

Over de oorzaken van het mislukken van de GTU is genoeg te zeggen. In grote lijnen is het verhaal wel duidelijk: de Christelijke Gereformeerde Kerken wilden geen afstand doen van de directe kerkelijke zeggenschap over hun predikantsopleiding, en er bestaat een zeker wantrouwen richting de kerkelijke partners GKv en NGK dat door de recente besluiten over ‘de vrouw in het ambt’ en de nagestreefde hereniging van beide kerken wordt versterkt. Door alles heen speelt de moeite die men binnen de CGK heeft om de onderlinge eenheid te bewaren (zie de diagnose die Stefan Paas stelt in het RD).

Mij houdt sinds het afwijzende besluit van de CGK-synode vooral deze vraag bezig: hoe nu verder? Komt de jarenlange samenwerking tussen beide universiteiten in Kampen en Apeldoorn op losse schroeven te staan? Bewegen de kerken die in de ‘kleine oecumene’ elkaar gezocht hebben voortaan bij elkaar vandaan? Willen wij elkaar zomaar kwijt?

Ik mag toch hopen dat we dat niet laten gebeuren! Die luxe hebben we niet als kerken en theologen in een steeds meer postchristelijk Nederland. In een wereld die zich van God afkeert kan het toch niet zo zijn dat accentverschillen en binnenkerkelijke zorgen ons verhinderen om samen onze krachten te geven voor de ‘denkende dienst aan het evangelie’ vanuit de gezamenlijke gereformeerde geloofstraditie.

GTU 2.0

Mijn hoop is dat we kunnen komen tot een GTU 2.0. Het zal even tijd kosten om afscheid te nemen van het plan dat in de afgelopen twee jaar was ontwikkeld. Als het stof is neergedaald, zullen we hopelijk elkaar weer opzoeken, elkaar in de ogen kijken, en de vraag stellen: Waar staan we met elkaar? Op welke manier kunnen en willen we met elkaar verder? Een nieuwe GTU van onderop, vanuit de mensen die elkaar in de praktijk van de theologiebeoefening tegenkomen, die na jaren samenwerken wel zo’n beetje weten wat ze aan elkaar hebben, en die beseffen: we hebben elkaar nodig.

Van institutionele kaders en bestuurlijke manoeuvres verwacht ik nu even niet zoveel. Dan gaat het al gauw over belangen, over zeggenschap, over achterbannen die bediend moeten worden, over profilering en rendement. Langs die lijnen is het niet gelukt om tegenstelling te overwinnen en een werkelijke basis van vertrouwen te vinden. Op de werkvloer kunnen we het hebben over de vragen en uitdagingen waarvoor we als gereformeerde theologie staan. Vragen als:

  • Wat betekent het voor ons om de Heilige Schrift als verlossend en richtinggevend Woord van God te aanvaarden?
  • Hoe houden we in de kerkelijke versnippering zicht op de ene, heilige, algemene christelijke kerk, en wat hebben wij als kerkgemeenschappen nodig om in een postmoderne tijd dicht bij Christus en zijn evangelie te blijven?
  • Hoe kunnen wij op de grote vragen en ontwikkelingen van deze tijd ingaan om rekenschap te geven van de hoop die in ons is?
  • Hoe komt het heil van God binnen in onze wereld, en wat gebeurt er met mensen wanneer zij daaraan deel krijgen?

Het is mijn vaste overtuiging dat wij elkaar vanuit de verschillende delen van de gereformeerde traditie veel te bieden hebben. Door de kerkgeschiedenis van de laatste twee eeuwen is de nadruk vaak komen te liggen op de strijdpunten rond verkiezing en verbond, algemene genade, wedergeboorte, binding aan de belijdenis etcetera. Rond de vorming van de GTU is er vaak gesproken over een ‘bevindelijke’ en een ‘neocalvinistische’ stroom in de gereformeerde gezindte. Persoonlijk ben ik altijd wat ongelukkig geweest met het hanteren van zulke labels, omdat ze kunnen leiden tot onderling profileren.

Weg terug = weg vooruit

Nu het samengaan van beide deeltradities op dit moment geblokkeerd lijkt, is het risico van profilering ten koste van de ander versterkt aanwezig. We ontlenen onze identiteit voor een deel aan datgene waarin we ons van anderen onderscheiden. Mijns inziens moeten we niet in die valkuil trappen. Ik pleit ervoor om samen de weg terug te zoeken in onze gemeenschappelijke traditie: het gereformeerde geloof zoals in de confessies verwoord en zoals uitgediept door gezaghebbende theologen uit Reformatie en Nadere Reformatie.

Die weg terug naar het gemeenschappelijk belijden en naar de lange en rijke traditie van gereformeerde theologie is tegelijk de weg voorwaarts. De actuele vragen die er liggen voor kerk en geloof zijn voor ons allen grotendeels dezelfde. Juist door de gereformeerde basisovertuigingen ons opnieuw toe te eigenen, kunnen we ze vruchtbaar maken voor kerk, theologie en samenleving vandaag.

Een groot voordeel van zo’n GTU 2.0 van onderop, is dat ze fundamenteel openstaat en allerlei verbindingen kan aangaan. Ieder die zich in de basis herkent en die zich wil inzetten voor de theologische opgaven van vandaag kan aansluiten. We kunnen in flexibele netwerken en projecten samenwerking vormgeven, waarbij ieder de eigen kleur kan behouden en niet bang hoeft te zijn om de band met de eigen kerkelijke gemeenschap te verliezen.

Elkaar iets gunnen

We hoeven niet de onderlinge concurrentie over het label ‘gereformeerd’ aan te gaan, maar kunnen samen doen wat we van belang vinden. Uiteraard blijven ook dan de praktische vragen terugkomen die in het wetenschappelijk bedrijf nu eenmaal onvermijdelijk zijn:

  • waar gaat het geld naartoe?
  • wie krijgt de promovendi?
  • wie schrijft de beste boeken?

Wanneer we in respect en vertrouwen ons voor de gezamenlijke klus van gereformeerde theologie inzetten, zullen we elkaar ook iets gunnen. Het succes van de een hoeft voor de ander geen bedreiging te zijn. De gemeenschappelijke belangen zijn te groot: we hebben een prachtige traditie van eerbiedige uitleg van de Heilige Schrift, van vroomheid en geestelijke leiding, van gedegen en creatieve doordenking van de geloofsinhoud en alle vragen daaromheen, van wijsheid en vaardigheid voor het kerkelijk en ambtelijk handelen, van kritische reflectie op de rol van christenen en kerken in het publieke leven. Voor de kerken in Nederland en ver daarbuiten is een vitale, brede en doorleefde gereformeerde theologie van onschatbare betekenis. Ik hoop dat we in de roeping om daaraan bij te dragen elkaar weer zullen vinden.

2 gedachtes over “GTU – wat nu?

  1. Droom: Confessioneel Gereformeerd Kerk zijn
    (bewerking van niet geplaatst ingezonden aan het ND)

    De opiniepagina van het ND van dinsdag, 17 oktober j.l. gaf een mooi beeld van de actuele situatie in de 3 kerkverbanden CGK, GKv en NGK. Uit 3 verschillende bijdragen distilleer ik de volgende vragen:
    a) Gaat de GKv de NGK links inhalen?,
    b) Gaat de CGK voor haar eigen (verdeelde) eenheid ipv kerkelijke eenheid met de GKv en de NGK? en
    c) Wat kan op confessioneel gebied de GKv van de CGK leren.
    Als confessioneel gereformeerd christen las ik dit eerst met enige verwondering cq verbazing.
    Totdat er naar mijn mening een lijn in te ontdekken was. En wel deze.
    Wanneer je kerk(verband) confessioneel gereformeerd wil zijn, betekent dat ook wat, nl je verbonden en gebonden weten aan de Schrift als Gods Woord en belijdenisgeschriften (voor onderwijs en als weerslag van de strijd tegen dwaalleer).
    Met andere woorden: adeldom verplicht.

    De 3 genoemde kerkverbanden kunnen bij zichzelf te rade gaan wat dit betekent, zowel in de geschiedenis als in de huidige tijd. Zowel in de verschuivende panelen van kerkverbanden GKV en NGK als in de constante factor van ruimte voor richting binnen het kerkverband (CGK.
    Om terug te komen op ‘adeldom verplicht’: wanneer vanuit deze 3 kerkverbanden er een (terug)keer zou komen naar de ruiterlijke erkenning, beleving en naleving van Schrift en Belijdenis als basis van ons kerkelijk en gemeentelijk leven, dan …….

    Recent vertelde een vriend me nog dat dromen hebben bij het leven hoort, ja het leven verrijken en richting geven kan.

    …… dan heb ik mijn droom: het ontstaan van een kerkverband van Confessioneel Gereformeerde Kerken. Een CGK hernieuwde stijl met oude wortels in de geschiedenis van de huidige CGK, de GKv en de NGK en mogelijk andere kerkenverbanden.

    Nijverdal, 22 oktober 2017.
    Albert Roskam

    Like

  2. De weg die de GKv is ingeslagen is niet heel hoopgevend. Als de CGk en internationaal de gereformeerde belijders dit laatste besluit niet bijbels noemen gaan er al snel een aantal deuren dicht. Het lijkt alsof de GKv hier niet om malen… Wellicht is dat niet zo maar in mijn optiek is diegene die een andere weg gaat verplicht zich te verantwoorden en die wil lijkt compleet te ontbreken… Verdrietig. Dat is het…

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s