Korte preek bij een Avondmaalsdienst. Naar aanleiding van Handelingen 20:1-12.
Ze voelden zich gesterkt, de mensen in Troas. Buitengewoon bemoedigd, staat er eigenlijk. Een mooie afloop van dat korte verhaaltje over Paulus. We hopen dat vanmorgen natuurlijk ook voor onszelf. Dat we gesterkt worden en bemoedigd. Daar kom je voor naar de kerk, bijtanken voor je geloof. Met een Avondmaalsdienst kun je dat extra hebben: je krijgt te eten en te drinken. Niet zozeer voor je lichaam, want het zijn maar kleine hapjes en slokjes, maar voor je ziel. Dat je van binnen de kracht van God mag ervaren, dat je voeding krijgt waar je geloof van groeit en waardoor je sterker in je schoenen staat. Gaan wij straks de kerk uit net zoals die mensen in Troas: buitengewoon bemoedigd?
*
Er was ook nogal wat gebeurd. Een jongeman uit hun midden was dood neergevallen, en even later leefde hij weer. Wat gaat er dan allemaal door je heen! Je wereld staat op z’n kop, eerst van het plotselinge verdriet, en dan nog een keer van de enorme vreugde, de opluchting: Hij leeft weer! Moet je je voorstellen, als er in ons midden zoiets geweldigs zou gebeuren. Wat een opsteker zou dat zijn voor je geloof. Daar kun je een hele poos op teren.
Er zitten wat trekjes in het verhaal waar je misschien om moet glimlachen. Die Paulus die zo lang aan het preken is. Een warme bovenzaal, ook nog de lampen aan zodat de lucht extra zwaar wordt. Geen wonder dat je begint te gapen en in slaap sukkelt. Zo zit er bij ons ook wel eens in de middagdienst iemand te knikkebollen. Maar gelukkig val je dan niet van drie hoog uit het raam!
Wat een schok moet dat zijn geweest, midden onder de kerkdienst. Een van onze jongeren, zomaar achterover uit het raam gevallen. Gauw rennen ze naar beneden, de BHV’ers van toen zullen we maar zeggen. Maar ze kunnen niets meer doen. Als ze Eutychus van de grond optillen, is hij dood.
Wat een klap voor de ouders die er bij waren. Onze jongen! Je kind verliezen, misschien wel het ergste dat er is. En wat een schok voor de gemeente er omheen. Hoe kan dit? Wij geloven in een God die gaat voor het leven. En dan zo’n plotseling sterven, zomaar een ongeluk?
We moeten even goed naar Paulus kijken. Ook hij gaat mee naar beneden, en hij duwt de BHV’ers aan de kant. Wat Paulus gaat doen, daarin komt opeens het beeld naar voren van de profeten van vroeger.
Hij gaat op de jongeman liggen en slaat de armen om hem heen. Zo kun je dat eerder in de Bijbel twee keer lezen, over de profeten Elia en Elisa. Elia was bij een arme weduwe terechtgekomen, in Sarepta, net over de grens (1 Koningen 17). Op een wonderlijke manier was er elke dag weer brood voor drie: voor Elia, de weduwe, en haar zoon. Maar op een dag wordt de jongen ziek en hij sterft. De vrouw is ten einde raad: Wat ben je hier komen doen, godsman? Hoe kan het dat mijn zoon nu dood is? Elia weet het zelf ook niet. Hij roept de HEER aan: Waarom treft u juist deze gastvrije weduwe door haar zoon te doden? Dan strekt hij zich driemaal over het kind uit, en roept nog eens de HEER aan: “HEER, mijn God, laat toch de levensadem in de borst van dit kind terugkeren!” En dan geeft hij de jongen levend weer aan zijn moeder terug. Zo is inderdaad de HEER, de God van Israël: hij geeft de levensadem, en kan die zelfs uit de dood weer teruggeven.
Bij Elisa, de opvolger van Elia, gebeurt het nog een keer (2 Koningen 4). Bij een kinderloos echtpaar is hij te gast, en dan mag hij ze beloven dat ze toch een kind krijgen. Zo’n jongen is je dan extra kostbaar. Maar jaren later krijgt de jongen een zonnesteek, en sterft. Als eindelijk Elisa erbij gekomen is, strekt hij zich uit over het kind: mond op mond, ogen op ogen, handpalmen op handpalmen. Bij de tweede keer dat Elisa dit doet, begint de jongen te niezen, wel zeven keer: Roep de moeder, zegt Elisa, want haar zoon leeft weer.
Zo kon je het uit het Oude Testament al weten: de God van Israël heeft macht over leven én dood. Door zijn kracht keert het leven terug, zelfs als iemand gestorven is. De profeten mogen heel bijzondere doorgevers zijn van die levenskracht. In die lijn gaat Paulus staan. De God van de profeten werkt nog steeds door deze apostel van Jezus Christus.
Ook naar de Here Jezus zelf verwijst Paulus met zijn optreden. “Maak geen misbaar”, roept hij de geschokte gemeente tot de orde. Het is als een echo van de woorden die we van Jezus horen in Markus 5. Er is een meisje doodziek, het dochtertje van Jaïrus. Als Jezus bij het huis komt, is het meisje gestorven, en de omstanders zijn luid aan het rouwen. “Waarom maken jullie zo’n misbaar?” Zo schuift Jezus ze aan de kant, en als hij bij het sterfbed staat pakt hij de hand van het kind en zegt: “Talita koem!” Meisje, sta op!
Een meisje van een jaar of 12, door de kracht van Jezus opgewekt uit de dood. En nu een jongen van een jaar of 14, door de kracht van Jezus opgewekt. Paulus heeft dit niet van zichzelf. Op gezag van Jezus, door de kracht van de opgestane Heer, brengt hij de gestorven Eutychus weer terug in het leven. Hij leeft – dat is niet “Hij leeft nog”, alsof de mensen zich vergist hadden toen ze hem voor dood oppakten. De jongen was echt gestorven. Hij leeft – Hij leeft weer, over de dood heen! Dat is de kracht van Christus. Machtig, als je dat toch zou meemaken!
*
Maar Paulus doet alsof er niets gebeurd is. Hij gaat gewoon weer naar boven, verder met de dienst. Hij brak het brood en at. Niks bijzonders.
Toch is daar iets speciaals mee. Twee keer in dit korte stukje wordt het genoemd: het brood breken. Dat gaan wij vandaag ook doen. Daar raakt het verhaal van zo lang geleden aan onze Avondmaalsdienst van vandaag. En dan vragen we het ons toch even af: niks bijzonders? Wat gebeurt er eigenlijk als de christelijke gemeente het brood breekt en ervan eet?
Aan het einde van het stukje blijft het een beetje open: Ze voelden zich gesterkt. Waar kwam dat van? Was het dat spectaculaire wonder van die jongeman Eutychus die weer leefde? Of zit er toch ook iets van dat andere, het brood breken bij? Voor ons vandaag: waar verwachten wij het van voor ons geloof? Zitten wij ook te wachten op die heel speciale tekenen en wonderen van de kracht van Christus? Soms maak je het mee en je hoort erover: hoe mensen genezen worden van een dodelijke ziekte. Hoe je bevrijd kunt worden van boze geesten die je jarenlang het leven onmogelijk hebben gemaakt. Dat is nog eens wat! Als je dat ervaart, dan is dat een boost voor je geloof.
Maar kijk eens goed en proef eens goed, als wij straks het brood breken en de beker met wijn doorgeven. Voor Paulus en de gemeente van Troas is het niets minder dan een wonder: met het gebroken brood krijgen ze deel aan de kracht van Christus. Hij liet zijn leven afbreken, Hij gaf alles voor ons, Hij ging tot in de dood. Die dood van Jezus is voor ons het leven. Jezus die aan het kruis hing, Hij is uit het graf weer opgestaan. Overal waar christenen samenkomen, mogen ze dat vieren en mogen ze dat beleven: leven door de kracht van de Opgestane Heer.
*
Avondmaal, dat is iets op leven en dood. Het gaat over de dood van Jezus die ook het einde is van mijn oude ik, van mijn schuld en van mijn slechtheid. Door mijn oude leven gaat een streep, dat is voorbij. En tegelijk gaat het over een leven dat nieuw begint: Christus’ leven en zijn Geest komt in mij, en zo mag ik opstaan uit de dood. Paulus laat het zien als hij de dode jongen Eutychus weer tot leven wekt: zo sterk is Jezus. Dit is wat er gebeurt als Gods koninkrijk doorbreekt in onze wereld. En precies datzelfde zie je in dat heel gewone brood dat gebroken en uitgedeeld wordt, die gewone beker met wijn waar we allemaal uit drinken. Dit is de kracht van Jezus die is opgestaan. Van dood worden wij levend. Dat zit er zometeen in als wij aan tafel gaan.
Zo zullen we straks gesterkt worden. Buitengewoon bemoedigd.
Misschien verlang je naar zo’n spectaculair teken. Iets wat je boven de twijfels en de vragen uittilt. Iets wat je steunt als je tegen grote moeiten in je leven aanloopt.
Neem het dan maar goed in je op, wat Jezus je in de mond wil leggen: brood en wijn. En neem in je op wat daarmee in je hart komt, binnengebracht door de Heilige Geest: kracht om te leven, vertrouwen op de Heer die sterker is dan de dood. Neem die kracht met je mee. Dan zul je merken dat het leven anders is. Je hoeft niet langer vast te lopen en te mislukken, want de kracht van Jezus opent steeds een nieuwe deur voor je. Je hoeft niet neergebogen te gaan, ook als ziekte en pijn en rouw over je heen komen, want de zachte hand van Jezus helpt je overeind en Hij zal je steunen, waar je ook gaat.
Sta op en leef!